Download als PDF


Agnes Dinkelman, augustus 2016, Marineblad

Defensie zoekt voortdurend nieuwe wegen ter ondersteuning van haar taak. Op zowel technologisch vlak, op het gebied van samenwerkingsverbanden en binnen de menselijke factor: the human domain . Rupert Smith heeft in zijn boek: The Utility of Force het concept ‘War Amongst the People’ helder uiteengezet en de ervaringen in Enduring Freedom en Iraqi Freedom hebben het belang van het integreren van de sociale netwerken in militaire planning nadrukkelijk zichtbaar gemaakt.*1

Als social engineer denk ik dat er in de human domain nog veel mogelijkheden gevonden kunnen worden die de resultaten van de krijgsmacht kunnen verrijken. Het mede faciliteren van een vergroeningsproces van grote delen van Sub Sahara Afrika en de in de Middle East & North Africa (MENA) regio gelegen woestijnen kan bijvoorbeeld zeer ten dienste staan aan de veiligheidstaken van de krijgsmacht. Immers, soms is het haalbaar de oorzaken van problemen in de regio aan te pakken zodat ze niet langer tot conflicten of massale migratiestromen leiden. In dit artikel wordt de toegevoegde waarde van social engineering in de context van conflictpreventie nader geduid, wordt het probleem van terreur en migratiestromen in de context van klimaatverandering geplaatst en wil de auteur een eerste suggestie doen voor de rol die Defensie kan spelen in het bevorderen van een innovatieve whole-of-society aanpak van de toenemende verwoestijning als driver for conflict. Defensie in het algemeen en de Koninklijke marine in het bijzonder kunnen een belangrijke drijvende kracht zijn achter dit initiatief, door bij reguliere missies, samen met Nederlandse kennisinstituten en social engineering experts, het concept in haar contacten met lokale autoriteiten, NGO’s en de bevolking uit te dragen. Preventie en opbouw is voor stabiliteit en veiligheid van groot belang. Zoals geformuleerd door Sigrid Kaag, de Nederlandse speciaal gezant van de VN in Libanon: ‘Gedeelde veiligheid is van belang voor Europa – alles is met elkaar verbonden’.

Defensie en social engineers kunnen belangrijke partners zijn in preventie en opbouw van niet stabiele gebieden

Social engineers bedenken en testen innovatieve systemische oplossingen voor weerbarstige sociaalmaatschappelijke fenomenen. Zij zien veiligheid en stabiliteit van een (regio) samenleving als een proces van politiek-sociaal-maatschappelijke dynamiek en zoeken naar manieren om die dynamiek duurzaam te beïnvloeden. Ze werken met de voortdurende schommeling van meer of minder maatschappelijke veerkracht (societal resilience). Doel is om zodanig te beïnvloeden dat betrokkenen in de veranderde omstandigheden reden vinden om andere keuzes te maken en ander gedrag te vertonen. Zo kan verandering ontstaan.

‘De aanpak van terrorisme, de situatie in Syrië en het indammen van de migratiestromen heeft zowel op het land als op zee hoge prioriteit.’ Op de foto het Franse vliegkampschip Charles de Gaulle voor de kust van Libië.

Defensie en social engineers kunnen belangrijke partners zijn in preventie en opbouw van niet stabiele gebieden. Defensie kan deuren openen in de gebieden waar ze werkzaam (geweest) is, na de hitte van daadwerkelijke strijd of tijdens missies die het karakter hebben van stabiliseren en ondersteunen. Civiel-militaire samenwerking kan meer betekenen voor het ontstaan en verstevigen van de condities voor resilience dan nu het geval is, ook als het gaat om minder concrete fenomenen als klimaatverandering, terrorisme en vluchtelingenproblematiek. Een gezamenlijk ontwikkelde systemische kijk op vraagstukken kan zowel Defensie als social engineers helpen om resultaten te behalen.

Actie

Sub Sahara Afrika is in 2016 door droogte getroffen. In Zambia, Zuid-Afrika, Mozambique, Zuid-Soedan en Ethiopië viel ook in 2015 al weinig tot geen regen waardoor het jaar al begon met een tekort aan voedselvoorraden. Malawi en Zimbabwe hebben de noodtoestand afgekondigd in verband met de droogte. Volgens het Rode Kruis dreigde begin mei van dit jaar voor 42 miljoen mensen acute hongersnood.
Volgens de Arab Youth Survey 2016 van ASDA’A Burson
Marsteller verlangen Arabische jongeren vooral naar stabiliteit en toekomstperspectief. De ondervraagde jongeren uit 16 Arabische landen noemen gebrek aan perspectief als belangrijkste drijfveer om zich bij ISIS aan te sluiten.
Hongersnood, gebrek aan perspectief en instabiliteit zijn redenen voor mensen om te vluchten of te vechten. Volgens de UNHCR staan op het moment dat ik dit schrijf 100 duizend migranten uit verschillende Afrikaanse landen in Libië te wachten op een bruikbaar moment om de oversteek naar de andere kant van de Middellandse Zee te wagen. Deze aantallen zijn op termijn maar een fractie van wat ons te wachten staat.
Professor dr. Jack Goldstone van de George Mason University schetst een beeld voor de middellange termijn:

‘Think now of a world in which the population under age 24 in Africa has increased by 500 million people, and the populations of Syria, Afghanistan, Iraq, Palestine, and Yemen have increased by over 100 million people. That is the UN’s projection for 2050. Add to this mix a combination of severe droughts, devastating floods, crop failures, and massive migrations that create collisions and heightened competition among ethnic and religious groups struggling for land, resources and incomes. Then think of how the governments of these regions could and would respond to such crises, and whether Europe and other safe havens could absorb even a tiny fraction of the resulting refugees. If such a world exists one day, the current crisis in Syria and the actions of IS terrorists may be multiplied many fold.”

Dit beeld vraagt om actie. Als stabiliteit in MENA in grote mate in ons belang is, is het dus ook in ons belang om stabiliserende factoren te ondersteunen, en voor zover mogelijk en binnen de relaties passend, te initiëren. Met op het netvlies dat ruim 60% van de bevolking in het Midden-Oosten en Noord-Afrika jonger is dan 30 jaar ligt er een grote uitdaging om in nauwe samenwerking met de betreffende landen en inwoners te koersen op grootschalige civiele interventies. Europa kan daarin uiteraard niet leidend zijn. Wel kunnen we vanuit Europa een offensief starten waarin we de MENA landen benaderen, zowel op nationaal als lokaal niveau, om te verkennen of men bereid wil zijn om de woestijnen te vergroenen waardoor een nieuwe impuls voor een economisch gezonde situatie kan ontstaan en het klimaat slim en gedegen wordt aangepakt. Een samenleving met een demografisch profiel als dat van de MENA-regio waarin jonge mensen perspectief vinden en creëren, is in staat een nieuwe weg in te slaan. In samenwerking met de buren: Europa.

‘Defensie kan een belangrijke partner zijn om het gesprek over deze thema’s te voeren’

Micro-klimaten

Technisch gesproken is het mogelijk om zeer grootschalig en in 2 tot 6 jaar honderden spots in de woestijnen van het Midden Oosten en Noord-Afrika te vergroenen, waarna de natuur zelf, omdat er micro-klimaten zijn geschapen, voor verder uitbreiding zal zorgen. Vergroening stelt ons in staat om in hoog tempo CO2 uit de lucht te halen. Om de 2 graden grens afgesproken in Parijs 2015 te halen zullen maatregelen om wereldwijd minder CO2 uit te stoten te laat komen en te weinig blijken; we hebben negatieve emissies nodig, zowel manmade CCS (Carbon Capture and Storage) als opslag van CO2 in natuurlijke ecosystemen. Een opgroeiend bos ter grootte van Algerije en Tunesië samen kan in principe de jaarproductie van CO2 wereldwijd opnemen. Er zijn diverse duurzame technieken en technologieën die eenvoudig te leren en te onderhouden zijn en passen bij de ecologische en infrastructurele situatie, waaronder de watersituatie, en even zovele Westerse experts die een dergelijke klus zouden kunnen begeleiden. Er zijn vele voorbeelden van klein- en grootschalige projecten in Azië en Afrika. Robuuste ecosystemen vormen de basis voor resilient landbouw, waarbij op geavanceerde wijze menselijke en natuurlijke omstandigheden en middelen worden benut om de benodigde crops en bouwmaterialen te verkrijgen zonder dat de lange termijn stabiliteit van het ecosysteem in gevaar komt. Agro-ecologie en Analog Forestry, Permaculture *2 zijn principes die op grote schaal toepasbaar zijn. Defensie kan een belangrijke partner zijn om het gesprek over deze thema’s te voeren, waar in MENA en Sub Sahara Afrika ze ook opereert en met wie ze ook van doen heeft. Vergroening kan op elke plek, de diversiteit in bruikbare technieken is groot.

Relatienetwerk en mentaliteit

Techniek is dus niet de moeilijkheid. De schaal waarop wel. Maar de uitdaging die het meeste voeten in aarde zal hebben ligt in het neerleggen van een relatienetwerk en het creëren van een werkbare chemie tussen Europeanen, het leiderschap in MENA en de jonge bevolking. De relatie tussen MENA en het Westen is niet onbesproken. Vele Arabieren ervaren het Westen als onbetrouwbaar, als de oorzaak van de situatie die is ontstaan. Een gemeende poging om dit vergroeningsprogramma tot een succes te maken kan de relatie verbeteren. Serieus verwachtingenmanagement en actieve communicatie zullen een belangrijk onderdeel vormen om negatieve effecten te voorkomen als niet alle projecten kunnen lukken.
Een kritische massa aan bescheiden projecten die uiteindelijk leidt tot flinke vertraging van klimaatverandering, economisch perspectief en verbeterde relaties tussen Europa en MENA kan alleen ontstaan als de projecten ontstaan vanuit de plaatselijke situatie met oog voor de belangen van alle spelers.
Natuurlijk focussen we op groen, op economische activiteit en op een goede inbedding in de lokale situatie. De connectie met veiligheid en stabiliteit vraagt echter een bredere blik. Hoe blijven we in lijn met de belangen van nationale en lokale bestuurders zodat er ruimte ontstaat om het programma uit te voeren? Hoe houden we leiders geïnteresseerd? Wat is er voor nodig om jonge mensen te interesseren voor landbouw? Wat maakt dat mensen een houding ontwikkelen van discipline, zelfbeheersing en initiatief? Wat vraagt dat van zelfbeeld, maatschappijbeeld, samenwerking, organiseren, uitbouwen, bestendigen? Vergroenen is niet genoeg, we zullen moeten bedenken hoe we de mensen aan boord houden, zodat er werkelijk perspectief op de lange termijn ontstaat.
Met krachtige faciliteiten kunnen we werken aan een aanpak van landbouw, biodiversiteit, onderwijs, organisatie en handel, allemaal passend bij de lokale situatie. Saudi Arabië is immers geen Tunesië. Irak is geen Marokko. Verschillende leiders zullen verschillend tegen het idee aankijken en verschillende voorkeuren en restricties tonen. De angst voor sociale onrust en terreur zal ze wellicht mild stemmen om burgers enigszins de ruimte te geven, de wens om economisch te diversifiëren komt wellicht ook van pas.

Een beeld

Defensie heeft in het rapport ‘Verkenningen: Houvast voor de Krijgsmacht van de toekomst’ de begrippen ‘stabilisatie’, ‘anticipatie’ en ‘preventie’ uitgewerkt als belangrijke fasen in het militair optreden in opdracht van de Nederlandse regering. In al deze fasen kan Defensie bijdragen aan het vergroten van de societal resilience in missiegebieden door bestaande of nieuwe civiele missies te ondersteunen met regulier maritiem optreden, bijvoorbeeld in de marge van anti-piraterijmissies, Standing Naval Maritime Groups of operaties als African Winds. Tijdens piraterijmissies ontvangen schepen in de havens rond de Golf van Aden regelmatig lokale leiders en dorpsoudsten om van gedachten te wisselen over de lokale veiligheidssituatie. Dat biedt mogelijkheden voor verkenning van dergelijke ideeën.

‘Het is voor te stellen dat een van onze marineschepen, bijvoorbeeld het helikopterdek van Zr. Ms. Groningen, dienst doet als hosting facility voor bijeenkomsten tussen bedrijfsleven en lokale ondernemers. Waarbij de eerste deals kunnen worden gesloten over de wijze waarop woestijnen omgevormd kunnen worden tot groene gebieden’. (foto MCD)

Ik zie in het kader van maritieme conflictpreventie Zr. Ms. Karel Doorman voor de kust van Tunesië, Egypte of Oman liggen terwijl de bemanning in het kader van een door de Nederlandse overheid of de EU geïnitieerd vergroeningsprogramma kleinschalige conferenties faciliteert tussen het leiderschap van de landen die mee willen doen en ministers en ambtenaren, kennisinstellingen en greening experts. De eerste deals tussen bedrijfsleven en lokale ondernemers over de wijze waarop de gortdroge woestijnen in het achterland omgevormd kunnen worden tot groene gebieden worden gesloten op het helikopterdek van Zr. Ms. Groningen. Ik stel me voor dat onze ambassadeurs, begeleid en beschermd door raiding squadrons van het Korps Mariniers, in gesprek zijn met lokale leiders en andere sleutelfiguren uit de gemeenschappen. Ik zie lokale NGO’s die beschermd door Naval Special Forces van het Korps Mariniers dorpen, steden en vluchtelingenkampen bezoeken om de bevolking te betrekken, voor te lichten en te onderwijzen. Ik denk aan systeem-ecologen, onderwijzers en projectbegeleiders afkomstig uit zowel Europa als MENA die in gesprek met de bevolking kijken hoe ze hun project gaan aanpakken. Ik stel me voor dat H.M. Máxima de prinsessen uit de MENA regio bezoekt en inspireert om hun volkeren aan te laten sluiten, met of zonder micro-kredieten, zowel vrouwen als mannen, passend bij de mores van het land. Ik stel me dorpshuizen voor waar leden van de coöperaties elkaar treffen, waar jongeren met behulp van de computer aan precisie-landbouw doen, ingegeven door de drones-data die ze net hebben ontvangen over hun gebied. We maken gebruik van internet, radio en televisie om de uitwisseling van kennis en ervaring ter verbeteren. Er lijkt zelfs via social media een soort van concurrentie te ontstaan tussen diverse landen omtrent tempo van werken en hoogte van exportopbrengsten…
Echter, alles staat of valt met de veiligheid in deze fragiele regio en daarvoor is betrokkenheid en ondersteuning van Defensie onontbeerlijk. Daarnaast is de Koninklijke marine als verlengstuk van de Nederlandse diplomatie bij uitstek in staat om dit element te integreren in regionale maritieme partnerschappen, naar analogie van de doctrine van de Amerikaanse marine.

Politieke wil

Belangrijke resultaten ontstaan vaak uit een gedeeld krachtig beeld waar naartoe kan worden gewerkt. Wat nou als er van Waziristan tot Rabat gewerkt wordt aan kleine projecten die gezamenlijk grootschalig verschil maken. Een Marshallachtig plan zo u wilt. Gestart met publiek en charitatief geld, omdat er voor klimaatverandering en het voortduren van internationale spanningen geen passende marktprijs is, en er dus politieke wil en geld nodig is om de hierboven beschreven civiele interventies op gang te krijgen. Vervolgens kan, zo snel als mogelijk, elk resultaat in elk project overgenomen worden door bedrijfsleven uit Europa, Afrika en Azië. En natuurlijk moeten diverse partners uit Europa en MENA samenwerken om uit te zoeken hoe het proces moet lopen, hoe geldstromen aan te boren zijn, hoe het zit met landeigendomsrechten, natuurlijk moet er infrastructuur gebouwd en shovels worden ingevlogen, moet de veiligheid van een gebied bepaald en gegarandeerd worden, moet er worden opgewerkt en gepland. In de laatste activiteiten ligt bij uitstek toegevoegde waarde in het optreden van de Nederlandse krijgsmacht, in samenwerking met krijgsmachten van ontvangende landen. Ik stel me voor dat we een taskforce instellen die dit programma uitwerkt met expertise op alle 8 elementen van de bijgevoegde Arabische figuur. Zodat tussen de MENA volkeren en Europa een nieuwe relatie kan ontstaan die ons beter beschermt tegen terreur en instabiliteit, zodat Europese Arabische jongeren een ander verhaal kunnen ervaren, zodat er ingegrepen kan worden in de klimaatproblematiek, zodat in de toekomst Europa de ontwrichtende aantallen vluchtelingen niet hoeft te ontvangen omdat de mensen thuis blijven en perspectief zien.

Arabische figuur, multidisciplinary tool: Transition fields for resilience. (foto www.stillare.com)

Mammoet

Een groep van social engineers is onder de vlag van Stillare begonnen aan een mammoetprogramma: Greening MENA as a security game changer. De uitdagingen zijn groot, maar als vele partners uit de transitievelden van de Arabische figuur gezamenlijk, langdurig en vastbesloten optrekken kan er veel worden bereikt. Het is een meer dan ambitieus programma met een duidelijke focus, koersend op een veelheid van samenhangende kleinere projecten. De uitvoering vraagt om de precisie en de planning van de militair, de gevoeligheid voor belangen van de ambassadeur, de kennis van sociaal-maatschappelijke dynamiek van de social engineer en de pragmatische hand van de projectontwikkelaar. De uitspraak van Thomas Alva Edison geeft aan wat het van alle betrokkenen zal vragen: ‘Er zijn hier geen regels. We proberen hier iets voor elkaar te krijgen.’ De aanpak van terrorisme, de situatie in Syrië en het indammen van de migratiestromen heeft zowel op het land als op zee hoge prioriteit. Nederland zet F-16’s in voor interventies in Irak en Oost-Syrië en traint Iraakse en Koerdische soldaten. Frontex probeert de maritieme buitengrens van Europa te dichten. Voor de kust van Libië is de maritieme EU-missie Operatie Sophia gericht op het beletten van de oversteek naar Lampedusa. Ook Nederlandse fregatten richten zich op de illegale mensensmokkelnetwerken en illegale migratie. Onze krijgsmacht kan tegelijkertijd een belangrijke kracht zijn in preventie in het mammoetprogramma. Laten we het samen eens onderzoeken. Laten we samenwerkende spelers zijn voor een andere dynamiek die conflict, geweld en gebrek aan perspectief kan doorbreken en concreet bijdraagt aan onze veiligheid en economische mogelijkheden.


Noten

  1. J.F. Razuri (2015): Harnessing the Human Domain in Warfare, Defense Technical Information Center, www.dtic.mil.
  2. Voor de werking van deze principes en praktijken ga bijvoorbeeld naar:
    • Contour Trenching: https://vimeo.com/158807205 [YouTube] Permacultuur webchannel, zie o.a. Greening the Desert, Permaculture Research Institute
    • [YouTube] Analogue Forrestry: International Analog Forestry Network
    • [YouTube] Tedx van Allan Savory: How to green the world’s deserts and reverse climate change