Bij onderzoek naar maatschappelijke polarisatie in de wijk


In de wijk Poelenburg in Zaanstad sloeg de vlam in de pan toen een vlogger filmpjes maakte van respectloos gedrag van jongeren ten opzichte van politiemensen. De filmpjes werden online gezet. Dagblad de Telegraaf pakte het als verhaal op. Zo ontstond een situatie waarin heel Nederland meekeek naar de jongeren in de wijk en de manier waarop bestuur, politie en media zich verhielden tot de situatie. De vlogger bleef filmpjes maken en jongeren uit de wijk maar ook van daarbuiten kwamen naar de wijk om gefilmd te worden.

De manier waarop landelijke media de situatie in beeld bracht deed vermoeden dat er iets heel speciaals aan de hand was in deze wijk. Professionals denken daar anders over. Ze erkennen dat er een lange geschiedenis in de wijk is die ‘respectvol samenleven’ tot een onderwerp maken. Maar ze denken dat dit niet typisch een situatie is die in de wijk Poelenburg speelt. Er zijn immers via sociale media vele vergelijkbare filmpjes te zien uit andere steden. De filmpjes uit Zaanstad werden echter opgemerkt en trokken andere media aan. Zo is er maandenlang aandacht geweest voor de vlogger en voor de wijk.

Media en social media werkten op elkaar in. Journalisten en burgers keerden zich tegen zowel de vlogger en de jongeren in de wijk als tegen de bestuurder. De polariserende toon in het maatschappelijke debat in de media was betrekkelijk nieuw. De bestuurder was niet in staat om de situatie om te buigen. De inhoud ging in de hectiek verloren. Iedereen die op inhoud zou kunnen ingrijpen was in beslag genomen door de poging om de schade voor het imago van de stad en haar bestuurders te beperken. Ondertussen ging de media door met het uitvergroten van wat er gebeurde in de wijk. Volgens zowel de bestuurder als diverse professionals kun je stellen dat de gezamenlijke media en de social media de duur van de situatie belangrijk heeft verlengd. Alles werd breed uitgemeten, het was zomer en er gebeurde niet veel dat het verhaal van Poelenburg wist te verdringen.

Je kunt niet meer zeggen dat er niets aan de hand is als de hele pers eraan te pas komt. (bestuurder)

Er werden suggestieve vragen gesteld. Uiteindelijk heeft met name de politiek er haar punt mee kunnen maken. (politieman)

De bestuurder was in haar opvatting duidelijk. Er was in eerste instantie niets aan de hand. De media hebben een situatie die veel voorkomt in Nederland als incident opgepakt en uitvergroot. Ze had zich verre van gesteund gevoeld door de opmerkingen van landelijke bestuurders als de heer Rutte. Hij had in haar optiek een verbindende rol moeten spelen waarin hij dan wellicht nog het gedrag van de jongens kon veroordelen maar waar hij met nadruk de journalisten zou doorverwijzen naar het lokale bestuur.

Landelijke politici werden door media eveneens bevraagd. Ze gaven de vraag niet terug aan de plaatselijke politici zoals gebruikelijk is volgens de lokale bestuurder. Ze maakten zelf een statement. Ze keerden zich tegen de jongeren. Er was opnieuw content waar de media mee verder kon.

Het is pas echt ontploft toen Rutte zei: Het is tuig van de richel. Er gebeurde van alles, iedereen raakte onder grote druk. (bestuurder)

Ze zeiden: Regel mensen waarmee de burgemeester kan praten. Hoezo? Ik ben druk met de mensen in de wijk! Dat is mijn prioriteit! Wat is die van jullie! (professional)

De media vergrootte de situatie uit en creëerde op deze wijze nieuwe content. Ondanks dat was er in de wijk wel degelijk iets aan de hand. Het ging hier om respectloos gedrag tegen politiemensen. Dat komt voor in Poelenburg en in ander steden. In veel steden bevinden zich jongerengroepen die door politie in de gaten worden gehouden en waar politie in meerdere of mindere mate wordt uitgedaagd. De jongens vonden echter dat er ook een andere kant aan het verhaal zit. Een kant die niet in de media komt.

Ze willen een ruimte om te chillen. De gemeente zegt dat ze er een zooitje van hebben gemaakt maar er waren maar twee daders dus de rest werd de dupe. (Marokkaanse Nederlander, 30 jaar)

En wat je ook niet hoort is dat heel veel jongeren wel werken, een eigen transportbedrijf of werk in een avondwinkel. (Marokkaanse Nederlander, 30 jaar)

De jongeren helpen buurtbewoners, maar dat zie je niet in de media. (Turkse en Marokkaanse Nederlanders, 26 en 30 jaar)

De jongeren worden doorgaans negatief afgeschilderd. Ze missen de positieve elementen in de schetsen die journalisten en onderzoekers maken. Daarbij, ze zijn in algemene zin het vertrouwen in overheid en Nederlandse burgers grotendeels kwijt geraakt.

De president vindt ons toch tuig. (Over premier Rutte, via professional gehoord)

Het geld gaat naar klompen en kaas maar steek dat maar waar de zon niet schijnt. (Turkse Nederlander, 26 jaar)

Volgens onze respondenten uit het journalistieke vak wordt de rol van media in het polarisatieproces niet of nauwelijks besproken op de redacties. Daarmee nemen journalisten geen bewust actieve rol in de manier waarop hun werk tendensen voedt die de veiligheid en stevigheid van onze samenleving aantasten.

De media in heel Europa reageert op incidenten. We spreken daar wel eens over op de redactie maar ook niet veel, we moeten een deadline halen.

Journalist: Veel “witte” Nederlanders discrimineren graag.
Onderzoeker: Waarom is die constatering dan geen reden voor een reeks artikelen?
Journalist: Weet ik niet.

Lezers werden boos omdat ik de jongeren ook aan het woord laat. Ik krijg een stroom van bagger over me heen.

Wat speelt er dan zo grofweg onder deze jongeren? We horen van respondenten over schooluitval en te weinig idee over hoe een toekomst kan worden ingevuld. De jongeren moeten, zodra ze 18 zijn voor hun eigen inkomen zorgen. Dus in geval de ouders van een uitkering leven wordt het inkomen van de ouders gekort. De jongeren laten zich daarom uit de GBA schrijven. Boetes voor niet geregistreerd zijn kosten immers minder geld dan de inhouding op de uitkering van de ouders. Stages en werk zijn moeilijk te vinden. Dat steekt. De jongeren zien dit als een bewijs dat ze gediscrimineerd worden en dat ze geen toekomst hebben.

Ik word niet aangenomen. Ik heb veel gesolliciteerd, ik ben een voorbeeld voor de jongens: ik ben 30, heb 3 diploma’s en geen werk, dan denken ze, waarom zou ik studeren, je krijgt toch geen werk maar je bouwt wel een studieschuld op. (Marokkaanse Nederlander, 30 jaar)

Nu ik ouder ben heb ik meer ballen. Als ze bij een sollicitatie alleen ouwehoeren over mijn etniciteit dan vraag ik of het niet tijd wordt om vragen te stellen over mijn vaardigheden. Ik ga ze dan domineren. Zonder knokkels maar wel net zo lang tot ze in de foetushouding op de grond liggen. Ik doe het deftig maar wel goed. (Turkse Nederlander, 26 jaar)

Zo gaan jongeren over tot crimineel gedrag. Ze hebben geen geld, geen mogelijkheden, thuis of ergens anders. Maar ze moeten wel dingen betalen, de verplichte ziektekostenverzekering, hun mobiel, je ouders! (Turkse Nederlander, 26 jaar)

Voorlopig vragen Nederlandse professionals van de jongeren om zelf met voorstellen te komen over wat er zou moeten gebeuren in de wijk. Dat gaan ze niet doen wordt ons verteld. Ze zijn trots. Ze zeggen niks over hun problemen tegen volwassenen en dus is de vraag van Nederlandse professionals er eentje die niet effectief is. Professionals kijken er als volgt naar:

Ze willen wel maar het moet niet te veel moeite kosten. (professional)

Mensen zijn bang voor ze. Maar het valt allemaal wel mee als je er geen aandacht aan schenkt via media. Ik zeg niet dat het lieverdjes zijn. (wijkbewoner uit Albanië)

Toen er een samenscholingsverbod was ben ik wel met de jongens in gesprek geweest. Dat vonden ze mooie gesprekken. Dat verbaasde ze, ze dachten dat we er alleen maar op uit waren om ze weg te jagen. (politieagent)

Verschillende respondenten uit de wijk en uit de groep professionals nemen het op voor de jongens. Er is wel degelijk met de jongeren iets te bereiken, zeggen ze, maar ze zien zelf de mogelijkheden en de weg niet. Daarbij zijn ze het vertrouwen in de overheid en in de Nederlandse maatschappij voor een groot deel kwijt. Hun wereld is betrekkelijk klein en er zijn nauwelijks rolmodellen die laten zien hoe het leven ook kan lopen en wat je daar dan voor moet doen. In de praktijk schijnen jongerenwerkers en huismeesters nog het dichtst bij de jongeren en hun ouders te staan.

Huismeesters horen en zien heel veel. Zijn dagelijks urenlang in de gebouwen. Ze zijn een soort van vaste waarde in het leven van de mensen. Ze hebben ook een vertrouwenspositie. (respondent werkend bij woningbouwvereniging)

Niet alleen Marokkaanse en Turkse jonge mensen voelen zich niet gehoord en serieus genomen. Voor veel witte wijkbewoners geldt dit ook. Mensen voelen zich niet gehoord en vertrouwen de bestuurders niet meer. Een Nederlandse bewonersgroep in Poelenburg heeft geprobeerd om aandacht te vragen voor de wijk.

In 2006 hadden we een wijkoverleg van bewoners, meest senioren, niet een afspiegeling van de wijk, maar toch. Het wijkoverleg voelde zich niet altijd gehoord door de gemeente. Het heeft de klankbordgroep verbaasd dat het nu wel de aandacht kreeg. Wij hebben al eerder een Zwartboek geschreven met allemaal verbeterpunten, maar daar is nooit iets mee gedaan. (Nederlandse bewoner)

Wat speelt er dan verder nog in deze wijk? De woningbouwvereniging heeft daar haar eigen antwoord op. Het is een wijk met veel verschillende nationaliteiten, zegt de medewerker van de woningbouwvereniging, waarbij de Nederlandse nationaliteit ook ruim vertegenwoordigd is. Armoede en sociale kwetsbaarheid zijn belangrijke thema’s. Daardoor is het extra belangrijk dat er rolmodellen in de wijk zijn die voor de rest van de bewoners een voorbeeld en inspiratie kunnen zijn. Er is sprake van veel werkloosheid, schooluitval, ziekte, eenzaamheid en schulden. Verder is er een tekort aan betaalbare wooneenheden voor de jeugd waardoor zij bij hun ouders blijven en geen eigen toekomst kunnen opbouwen.

Er worden regelmatig kwetsbare personen met psychische aandoeningen of andere chronische ziekte, schulden- of andere problematiek in de wijk geplaatst. Deze mensen hebben weinig te besteden. Zij zijn veel met hun eigen situatie bezig en mengen weinig met anderen in de wijk en zijn daardoor ook geen rolmodel voor anderen.

Als je schulden hebt dan kun je nergens aan meedoen. Mensen denken dat je lui bent. Maar Nederlanders geven heel snel op en denken dat de mensen niet gemotiveerd zijn. Dat is niet zo. Maar het is allemaal moeilijk. Je moet mensen helpen van dichtbij, dan ken je ze. Dan kun je ze helpen om het beter te laten gaan. Ook voor de buurt. (Albanese Nederlandse, had rol in de sociaal maatschappelijke hulp in de wijk)

Overwegingen

In wijken als deze zijn de problemen achter de voordeur vaak groot. Vaak is er een veelheid aan problemen tegelijkertijd aan de orde. Dat heeft grote impact op de mate waarin mensen zelfredzaam zijn en hun leven actief vorm kunnen geven. In al deze gevallen is de stress groot en vaak ontstaat een neerwaartse spiraal. Vaak blijft verbetering uit of gaat tergend langzaam. In veel gevallen is er sprake van overleven, niet van opbouw.

Op de wereld van het gezin of de persoon in een moeilijke situatie wordt geïntervenieerd door hulpverleners. Vaak wordt voor elk soort probleem een specialistische hulpverlener opgetrommeld. Soms wordt er een loket georganiseerd (front office) waar burgers terecht kunnen voor allerhande hulpvragen. In dat geval moet er (in de back office) samengewerkt worden tussen professionals en tussen organisaties en gaat er veel tijd en aandacht zitten in de afstemming, zonder dat gezinnen of individuen daar direct beter van worden.

Financiën speelt een bijzondere rol in dit soort wijken. Als de problematiek ook een financiële component heeft dan ontstaat er al snel een uitzichtloze situatie. Kosten van wonen en levensonderhoud passen in veel gevallen niet meer bij de doorgaans bescheiden inkomens van de mensen. Bij in gebreke blijven van een betaling wordt het te betalen bedrag verhoogt. Ook de overheid doet dit. In sommige gemeentes is het zo dat als iemand twee keer een automatische incasso mist voor de gemeentelijke belasting, het gehele bedrag direct invorderbaar wordt. Mensen die twee maanden achterlopen bij hun energieleverancier lopen de kans om afgesloten te worden tenzij ze het achterstandsbedrag ophoesten plus een borg van soms wel een half maandinkomen. Bij personen waar hoge algemene kosten zoals de som van huur/hypotheek, gas, water en elektra en ziektekostenverzekering het leeuwendeel van hun inkomen uitmaken loopt de situatie al snel uit de hand.

Professionals

Professionals staan vaak met lege handen. Ze hebben wel een idee van hoe ze zouden willen bouwen aan de wijk maar ze komen er niet aan toe. Steeds weer worden ze afgeleid door reorganisaties en verminderde of veranderde geldstromen en projecten die uit de koker van politici en ambtenaren komen.

Ik zie een golfbeweging: buurtwerk en opbouwwerk moet de ene keer door professionals gedaan worden en dan weer door vrijwilligers.

Waar ik veel moeite mee heb is de ‘projecten diarree’. Vaak worden er rapportjes gevraagd en dan is het weer klaar. Maar de burger schiet er niets mee op.

We zijn steeds afhankelijk van politieke ambities en hypes. Maar dat is natuurlijk heel wat anders dan echt investeren en bouwen aan zo’n wijk. Als je echt wilt investeren duurt dat minimaal 10 jaar. (professional)

We kunnen ons afvragen wat deze filmpjes te maken hebben met het patroon van burgers die het gezag uitdagen. Een dergelijke vraagstelling zou ons kunnen brengen naar een reeks van relevante vragen waarvan de antwoorden ons iets kunnen vertellen over waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Als we ons daarop richten gaan we op zoek naar de redenen achter gedrag. Dan komen onderliggende vraagstukken van de jongerenproblematiek op tafel. Dan komt ook de vraag op tafel wat er nodig is om de situatie te beïnvloeden. Niets van dat alles gebeurde naar aanleiding van de veelvuldige media-aandacht in Poelenburg. Wat maakt dat er geen maatschappelijk debat ontstaat? Waarom zijn we niet gericht op begrijpen en verbetering van de situatie? En als er polarisatie ontstaat, om welke polen gaat het dan precies?

Als we op zoek zouden gaan naar bruikbare antwoorden zouden we ons hoofd breken over opvoeding in de context van een dergelijke wijk, over wat een Westerse samenleving van een van oorsprong niet Westerse familie vraagt, dan gaat het over perspectief creëren, werkloosheid- en armoedeproblematiek. Dan gaan we kijken naar de gevolgen van het feit dat veel van de mensen die hier wonen niet geprofiteerd hebben van economische groei of de globalisatie. Dan onderzoeken we hoe mensen samenleven in een wijk met een grote diversiteit aan nationaliteiten en hoe zij bijdragen aan de eigen veiligheid en welvaart. Dan kijken we naar de status die buitenlandse jongeren hebben in ons land. Dan komt er een moment waarop we ons afvragen hoe we voorkomen dat deze jongens afglijden naar criminaliteit en hoe we deze groepen jongeren een toekomst helpen opbouwen.

In een liberale cultuur waarbij veel verantwoordelijkheid en vrijheid van handelen bij de samenleving wordt gelegd is het voor sommige groepen moeilijk om de vruchten van al die mogelijkheden te plukken. Velen in de Poelenburgwijken van Nederland zijn onvoldoende toegerust om hun leven in eigen hand te nemen. In een tijd waarin technologisch veel kan wordt de kloof tussen hen die daar wel en niet mee om kunnen gaan steeds groter.

Al deze invalshoeken zijn nauwelijks gebruikt door de media omtrent de situatie in Poelenburg. Men was blijkbaar niet op zoek naar antwoorden. De wijze waarop media, social media, lokale en landelijke politici op elkaar hebben gereageerd werkte polariserend. De jongeren werden weggezet als tuig. Deze genoten op hun beurt van de negatieve aandacht en keerden zich nog eens extra ferm tegen de politie. Nederlanders uit heel Nederland keerden zich massaal via social media tegen buitenlandse jongeren in het algemeen. Dit was koren op de molen van de polarisatie.

Een vraag die zich aandient betreft de rolopvatting van journalisten ten opzichte van de polariserende werking van hun werk. Zijn zij zich bewust van de gevolgen die hun werk heeft in de samenleving? Zien zij de gevolgen van hun handelen? Vinden ze dat ze verantwoordelijkheid dragen voor het bestaan van de veenbrand? Zijn zij als burger via hun vak gezag aan het ondermijnen en bestuurders aan het uitdagen? En hoe wordt hierover binnen journalistieke kringen het debat gevoerd?

Dezelfde vragen kunnen we stellen met betrekking tot bestuurders. Waar wordt de discussie gevoerd over hoe zij met de polariserende werking van media willen omgaan? Hoe kunnen zij de werking van de media beïnvloeden? Heeft de overheid een verantwoordelijkheid om inwoners te informeren over de gevolgen van polarisatie? En als dat zo is, hoe zou die informatie er dan uitzien? Een van de respondenten die van zijn vak journalist is waarschuwt bestuurders in onderstaande quote om goed na te denken over hun opvattingen:

Ook de bestuurder die niet reageert polariseert. (journalist)

Het lijkt erop dat beleidmakers op het stadhuis en de burgers in de wijk elkaar onvoldoende vinden. Politici worden afgeleid door het politieke spel en de strijd om het electoraat. Ambtenaren bewegen zich (terecht) begrensd door de politieke ruimte die ze hebben en ondersteunen de politici. Daarmee raken inzichten van professionals al snel op het tweede of derde plan. Nieuwe trends waarin ambtenaren vaker naar buiten gaan om burgers te ontmoeten hebben projecten en beheercycli tot gevolg. Politiek en ambtenarij zijn overwegend bezig vanuit de eigen wereld, afgesneden van de burgers en de kennis en inzichten van de professionals in de wijk.

Armoede en achterstand spelen een grote rol in de Poelenburgwijken van Nederland. De gevoelens van mensen die rondom de armoedegrens leven gaan echter doorgaans niet enkel over geld. Kwetsbaarheid en armoede sluit uit. Een dergelijke situatie maakt onzeker en geeft een gevoel van ongewenst zijn en zelfs van geminacht worden. Dat gaat ten koste van het vertrouwen in overheden, bestuurders en medeburgers. Deze situatie ondersteunt de polariserende krachten die er al zijn. Het lijkt erop dat bestuurders en ambtenaren dit proces niet helder zien. In hun beleving doen ze wat er in hun vermogen ligt om de stad goed te besturen.

Op inhoud begrijp ik het nog steeds niet. We kenden deze groep jongeren. Het is een zogenaamde overlast gevende groep. (bestuurder)

Er was eigenlijk niets aan de hand (verschillende bestuurders en ambtenaren)

Overheidsbemoeienis leidt in wijken als Poelenburg maar moeizaam tot resultaat. Ten eerste zijn de plaatselijke bestuurders gericht op een cyclus van vier jaar waarin ze een eigen stempel op het beleid willen zetten. De verbetering op de lange termijn kan dan zomaar in de verdrukking komen. Ten tweede moeten hulp- en dienstverleners veel tijd steken in het opvolgen van projectwerk waar ze niet om gevraagd hebben. Daarbij blijft samenwerken met collega organisaties met verschillende missies en visies en geldstromen moeizaam. Burgers worden daardoor geconfronteerd met hulp die niet is afgestemd op elkaar.

De ‘burger centraal’ is vaak een kreet waar geen opvolging aan wordt gegeven. Organisatie, geldstromen en politieke ambities staan centraal. Overheidsbeleid is vaak niet afgestemd op elkaar waardoor burgers die kwetsbaar zijn snel in de problemen komen. Beleid op het gebied van werk en inkomen, gezondheid, zorg, wonen, ondersteuning op financieel en sociaal gebied bijt elkaar regelmatig. Dit beleid cumuleert in de woonkamers van de meest kwetsbare burgers. De situatie van armoede en ziekte wordt door stress extra vergroot.

In geval van de combinatie van armoede en ziekte wordt de scope van mensen grotendeels bepaald door een modus van overleven. Keuzes van mensen op het gebied van geld en gezondheid worden gemaakt op basis van zeer korte termijn. Immers, als ik de dag maar weer doorkom, hoe voedt ik mijn kinderen, hoe houd ik deze schuldeiser van me af, als ik deze rekening betaal hoe voldoe ik dan aan de afbetalingsregeling die ik eerder heb moeten maken, als ik de afbetalingsregeling niet betaal dan komen ze voor het hele bedrag….in de winter de winterjassen, de schoenen, een nieuwe fiets, een cadeautje voor een feestje, eigen bijdrages voor artsenbezoek en behandelingen of medicijnen.

Burgers met geldzorgen worden vaak met boetes geconfronteerd. Boetes zijn doorgaans bedoeld als trigger om wanbetalers te prikkelen om tot betaling over te gaan. In geval van zeer bescheiden inkomens brengt de overheid de burger hiermee echter rechtstreeks in een uitzichtloze situatie. De WRR-verkenning ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid’ breekt een lans voor een overheid die haar burgers niet over de rand duwt en onderscheid maakt tussen mensen die niet kunnen maar wel willen en mensen die niet willen betalen.

Een overheid die geen oog heeft voor de gevolgen van beleid in de huiskamers van haar burgers verliest het vertrouwen van deze groep. Bestaansonzekerheid wordt vervangen door uitzichtloosheid, met tot gevolg dat men zich tweederangsburger gaat voelen en zich niet meer door bestuurders en politici vertegenwoordigd voelt. Volgens het WRR-rapport ’Hoe ongelijk is Nederland’ hangt inkomensongelijkheid samen met een verminderd vertrouwen tussen burgers onderling, en minder politiek vertrouwen onder burgers. Vooral het vertrouwen in de rechtsstaat en het parlement neemt af naarmate de ongelijkheid toeneemt. Dit geldt eveneens voor het vertrouwen in lokale bestuurders.

Een veenbrand is meestal niet zichtbaar. Als de vlammen uitslaan zijn we doorgaans verrast. Toch is er, als je goed kijkt, vaak rookvorming boven het veen te zien. Dat bleek in Zaanstad. We kijken voor een volgend voorbeeld naar een casus die eveneens veel media aandacht heeft gehad. We gaan naar de Burgemeesterswijk van Maassluis.


Andere Casussen:

Casus 1. Enschede heeft plannen voor de bouw van een AZC in een volkswijk.

Casus 1.a Vervolg: Talkshow Pauw en anonieme actie

Casus 2. Sinterklaasintocht in Maassluis.

Casus 4. Burgemeesterswijk Maassluis


Terug naar onderzoek naar maatschappelijke polarisatie in de wijk


Disclaimer: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze website mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd, aangepast, openbaar gemaakt en/of doorgegeven, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stillare.