Peshmerga, journalisten en Asaish (politie) in de jonge democratie van Iraaks Koerdistan
augustus 2010 – Independent Media Centre in Kurdistan

Dag allemaal, hier een mail uit Irak. Zit midden in de 2 dagen onderzoek die ik heb om mijn programma bij te slijpen. Mijn collega Machteld Parmentier en ik hebben een programma gebouwd dat helemaal is afgestemd op dat wat we van Iraaks Koerdistan weten. We hebben ons verdiept in historie, waarden die bij tribale structuren horen (in dit geval familie en partij) en machtslogica. Het zijn de ingrediënten die we hebben om te komen tot iets waardoor journalisten en (partij-)politiemensen elkaar minder naar het leven zullen staan, voornamelijk in verkiezingstijd, zoals laat dit jaar in Noord Irak, dat wil zeggen Koerdistan. Het was een flinke puzzel maar we hebben een bijzonder programma gebouwd. Ik ben erg benieuwd naar de uitwerking er van. Ik heb 2 weken (een in Suleymania en een in Erbil) om er mee te experimenteren en het programma te verbeteren. Dan is er nog het vraagstuk van de vertaling. In dit soort interventies is taal en kleur van levensbelang. Ik investeer in de vertaler, hij moet weten wat ik precies wil overbrengen, niet alleen letterlijk vertalen. Er is door mijn Nederlandse tussenpersoon van de Nederlandse politie hoog over me opgegeven. Daar heb je doorgaans meer last dan gemak van. We gaan het zien.

De eerste gesprekken met journalisten en met Assaish (veiligheidspolitie/geheime dienst/veelal voormalige Peshmerga) heb ik gehad. De eerste politiebureaus bezocht, gore trappenhuizen, chefs in witte onderhemden, jonge jongens die in de haast hun uniform voor me fatsoeneren, soldatenkistjes verspreid door de gang, ongeschoren mannen slapend op paardendekens, vrachtwagens met mitrailleuropening in het dak, klaar voor gebruik. De eerste foto’s gezien van demonstraties die uit de hand lopen en gewelddadige situaties in eerdere verkiezingscampagnes.

De eerste politiebureaus bezocht, gore trappenhuizen, chefs in witte onderhemden, jonge jongens die in de haast hun uniform voor me fatsoeneren, soldatenkistjes verspreid door de gang, ongeschoren mannen slapend op paardendekens, vrachtwagens met mitrailleuropening in het dak, klaar voor gebruik.

Een van de mannen die met mij de gesprekken in gaat is journalist/schrijver/fotograaf en is zelf gemolesteerd geworden. De foto’s liegen er niet om. Ik zeg hem dat ik hem in huidige ongehavende staat veel mooier vind. Zijn collega’s bulderen. Met deze journalist ga ik de stad in om Assaish te zoeken. De gesprekjes die ik voer zijn kort. Ik wil alleen ervaren met wat voor volk ik te maken heb. Het blijken stoere, harde, stille jongens. Niet anders verwacht. Ze ontdooien enigszins als ik over politiewerk begin en over mijn bewondering dat ze het hier rustig hebben gekregen. Ok. Dat wordt dus mijn ingang, en het feit dat zij en ik allemaal voor de politie werken en kinderen en familie hebben. Morgenochtend starten we, 15 van die bonken. Mooi hoor.

Ik voel me aardig thuis tussen de Koerden. Het blijkt een communicatief en vriendelijk volk. Ten minste zolang ze niet bedreigd worden. Lijkt logisch. Geldt voor mij ook.

Na de eerste gesprekken met opsporingseenheden, arrestatieteams en geheime dienst-jongens heeft de grote baas blijkbaar van me gehoord. Hij staat erop om alle mannen inclusief mij te ontvangen voor een aftrap. Plaats van handeling is de balzaal waar de man resideert. Het tapijt voelt zacht, de stoelen en portretten zijn groot en het bureau glanst ons met een mahoniehouten uitbundigheid tegemoet. 20 hakken, soldatenkistjes, slippers, leren sneakers en sandalen stoten bij binnenkomst en bij vertrek tegen elkaar, waarbij de baas de rug niet wordt toegekeerd. Dat dat wat lastig uitwerkt in een ongeordende en discipline-arme situatie als in het huidige Koerdistan wordt geïllustreerd door de opstopping bij de deur.

20 hakken, soldatenkistjes, slippers, leren sneakers en sandalen stoten bij binnenkomst en bij vertrek tegen elkaar, waarbij de baas de rug niet wordt toegekeerd.

Na het praatje van de baas neem ik mijn mannen mee naar onze bijzondere werkplek. We spreken met elkaar in het voormalig kantoor van de Baath-partij waar honderden executies hebben plaatsgevonden. Dit gegeven is mijn uitgangspunt. Ik spreek met mijn bonken over het verleden. Over de strijd van de Peshmak, waarvan er meerdere aanwezig zijn, strijders die vanuit de bergen Saddam bevochten. We wandelen in grote sprongen door de moderne geschiedenis. We bespreken de inzet van de burgeroorlog die volgde op de strijd tegen Saddam en de trauma’s die zijn ontstaan in de harten en de hoofden van de mensen. Ik beschrijf wat zoal de zorgen en (on)mogelijkheden in het verleden zullen zijn geweest. Ik vraag ze of mijn indruk klopt. De mannen zijn doodstil als ze in mijn verhaal een lijn ontdekken en begrijpen dat dit over hun leven gaat. Het is doodstil. Langzaam neem ik ze mee naar de huidige tijd. Grote bruine ogen in alle leeftijden zitten als gebiologeerd naar me te kijken. Ik ontbonk de bonken.

De mannen zijn doodstil als ze in mijn verhaal een lijn ontdekken en begrijpen dat dit over hun leven gaat. Het is doodstil. Langzaam neem ik ze mee naar de huidige tijd. Grote bruine ogen in alle leeftijden zitten als gebiologeerd naar me te kijken. Ik ontbonk de bonken.

We spreken over de nieuwe tijd. Ik spreek mijn bewondering uit over de veilige situatie die ze wisten te creëren in de stad. Heel knap. En dankzij hun werk kan de Koerdische bevolking aan een minder gewelddadig leven beginnen.

Op dit moment in de ontwikkeling van Koerdistan ontstaan er allerlei nieuwe fenomenen waar iedereen aan moet wennen. Er ontstaan scholen en kleine ondernemingen, nieuwe politieke ideeën over de inrichting en het besturen van het land, er wordt gewerkt met het recht om verschillende meningen over onderwerpen te uiten en regelmatig zullen er vrije verkiezingen worden gehouden. Onder die nieuwe ontwikkelingen vinden we ook zoiets als journalisten. En daar staan we vandaag dan wat langer bij stil. Dat zien ze wel zitten, de heren, want van dat volk hebben ze de buik goed vol. Een van de punten is dat de journalisten alleen maar slechte dingen schrijven. Ze treiteren je net zolang tot je een fout maakt zodat ze daar een foto van kunnen maken.

Onder die nieuwe ontwikkelingen vinden we ook zoiets als journalisten. En daar staan we vandaag dan wat langer bij stil. Dat zien ze wel zitten, de heren, want van dat volk hebben ze de buik goed vol.

We spreken over de rol van de Asaish in een democratie en over de wens van de Asaish om te horen dat ze hun werk goed doen. De behoefte van de jongens om gezien te worden is groot. Maar de complimenten en het goede gevoel moeten we van elkaar en de bevolking hebben. Een journalist zal dat gevoel niet geven, dat is niet zijn rol. Dat je goed werk levert is immers niet wat men onder nieuws verstaat. Ik vertel over de controlerende, kritische rol van journalistiek in een democratie en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort en die sommigen (nog) niet hebben opgepakt. Ook journalistiek is nieuw en moet zich ontwikkelen. Partijschrijvers moeten zich ontwikkelen naar echte hoor- en wederhoor-onderzoekers en verslagleggers. Dat neemt tijd.

We hebben het over het verschil tussen hen als privépersoon en hen als Asaish. We spreken over omgaan met provocerende journalisten, over rood-witte linten in plaats van vuistgebruik en over televisieprogramma’s in Europa als ‘Watchdog’ en ‘Opsporing Verzocht’ waarin journalisten en politie samenwerken. We spreken over gebruik van excessief geweld en hoe moeilijk het is om in een situatie vol spanning zelf rustig te blijven. Ze begrijpen dat de mate waarin ze dat kunnen bepaalt hoe professioneel ze zijn. De praktijk is moeilijk zeggen ze. We bespreken hoe dat komt en hoe het komt dat er explosieve situaties ontstaan. Ik geef het verschil aan tussen ervoor zorgen dat iemand niet meer kan bewegen zonder onnodig pijn te veroorzaken en iemand verwonden en disproportioneel aanpakken zodat ie niet meer kan bewegen. Ze begrijpen welke gevolgen dat heeft voor het beeld dat burgers in binnen- en buitenland heeft van de Asaish en van Koerdistan. Ze zitten allemaal op het puntje van de stoel.

Ik geef het verschil aan tussen ervoor zorgen dat iemand niet meer kan bewegen zonder onnodig pijn te veroorzaken en iemand verwonden en disproportioneel aanpakken zodat ie niet meer kan bewegen. Ze begrijpen welke gevolgen dat heeft voor het beeld dat burgers in binnen- en buitenland heeft van de Asaish en van Koerdistan. Ze zitten allemaal op het puntje van de stoel.

’s Middags staan een journalist en de mannen tegenover elkaar. De gesprekken zijn verhit en het textiel vertoont grotere zweetplekken dan voordien. Ik laat het gaan, sta rustig langszij. Na verloop van tijd vraag ik de man die die ochtend frontaal voor mij is gaan zitten of hij tevreden is over hoe de middag verloopt. Hij kijkt om zich heen en grijnst. Hij fluit zijn mannen terug. Ik kan beginnen.

Ik leid de boel een beetje in: in een veilige situatie mogen mensen van mening verschillen door elkaar met het woord te bevechten, maar dat is moeilijk voor mensen die gewend zijn aan vuisten, knieën, stenen en vuurwapens. Dat moet anders al wordt dat moeilijk. En het kost tijd maar het is belangrijk als iedereen begrijpt dat we met zijn allen midden in een dergelijke ontwikkeling zitten.

De stap naar onderwerpen als vrije verkiezingen, massademonstraties en de rol daarin van journalisten en Asaish is niet meer ver. De bonken zien de boel in perspectief. Daarop kan ik de rest van de middag terugvallen, ook als het er soms dreigend aan toe gaat en ik soms in het Nederlands de mannen tot de orde roep. Er ontstaat een mooi gesprek. Ze leren een boel en zijn gretig. Er worden telefoonnummers uitgewisseld met de journalist. Mijn taak is om te zorgen dat er in de hoofden van deze mensen nieuwe inzichten ontstaan, mogelijkheden worden gezien. Aan de weerbarstigheid van alledag kan ik niets doen. Maar er zitten knappe koppen tussen die de inzichten van vandaag verder gaan brengen, dat lijkt me zeer wel aannemelijk.

Ze vertrouwen me toe dat het moeilijk is om geen geweld te gebruiken als je van binnen kwaad bent. Maar ze begrijpen dat als de mensen dit zien ze je niet vertrouwen. Ze snappen dat de journalist daarover zal schrijven zodat het stopt. Als er in de groep iemand nog een poging doet om excessief geweldsgebruik te ontkennen wordt ie lachend weggewuifd. Dit soort gedrag duidt op een zichzelf zuiverend vermogen. Interessant.

Ze vertrouwen me toe dat het moeilijk is om geen geweld te gebruiken als je van binnen kwaad bent. Maar ze begrijpen dat als de mensen dit zien ze je niet vertrouwen. Ze snappen dat de journalist daarover zal schrijven zodat het stopt.

De Koerden moeten wennen aan alle nieuwigheid. In een land waarin er generaties lang is gevochten vanuit de bergen, waar 100.000den familieleden zijn vermoord, levend begraven of op chemische wijze zijn aangevallen is dat niet gemakkelijk. Ze doen het goed, de Asaish, ze blijven constructief. Ik ben trots op ze. Laat dat ook weten. De mannen stralen.

Vanavond de bergen in met de journalist. Hij heeft zijn vet gehad maar is een krachtige persoonlijkheid. We gaan Suleymania bekijken als het donker wordt. Hij is een wijs man. Ik verheug me op zijn verhalen. Morgen met de Asaish tribaal gebied in. Ik ben benieuwd hoe de bevolking op ze reageert… Een van de grote problemen op het platteland is verkrachting en eerwraak en de snelheid waarmee eergerelateerde problematiek in families worden gecommuniceerd. Iedereen heeft immers een mobiel tegenwoordig. Dat lokt met grote regelmaat vetes tussen families uit. De Asaish zijn er maar druk mee, ten minste als het geen verkiezingstijd is.

Vrijdag naar Erbil. De Assaish daar dienen de andere politieke club en zijn veel conservatiever. Dat betekent een nieuwe aanpak.

Deze reis levert me weer bijzondere dingen op. Een unieke kans om te zien hoe een volk dat lang geïsoleerd is geweest en bestaat uit een 6 tot 8-tal tribes zich tot elkaar verhoudt in betrekkelijke vredestijd. Ik heb het geluk om zowel met een aantal groepen te werken die vrijwel direct contact met me maken als met groepen die de instructie lijken te hebben dit niet te doen en bovendien minder gewend lijken te zijn om met elkaar van gedachten te wisselen. De eerste groepen voelen dus al vlot als “mijn” mannen, nadien blijft dat gevoel uit. Een mooie graadmeter. De meter zegt me dat ik in machtslogica terecht ben gekomen. Dat betekent een andere manier van het programma aanbieden anders landt het niet.

Als ik de eerste Erbil Asaish vertel waar ik met ze over in gesprek kan gaan reageren ze niet. Ze blijven stil, bewegen letterlijk niet en kijken me strak aan. 20 nieuwe bonken. Hoe krijg ik die in beweging. Blijkbaar hebben ze een afspraak gemaakt met elkaar om niet te reageren, wat er ook gebeurt. Ik stuur ze de gang op: ik wil even nadenken wat ik met deze groep kan en wil. Ik begrijp dat zij vanuit machtsdenken redeneren: er zijn geen bedreigingen dus wij zijn de baas. En we zijn aanwezig hier zodat niemand ons nalatigheid kan verwijten maar we gaan niet in gesprek.

Ze blijven stil, bewegen letterlijk niet en kijken me strak aan. 20 nieuwe bonken. Hoe krijg ik die in beweging. Blijkbaar hebben ze een afspraak gemaakt met elkaar om niet te reageren, wat er ook gebeurt.

Ik heb ze gevraagd terug te komen en ben begonnen over geopolitiek. Ik vroeg ze of ze het nieuws in de wereld een beetje volgen. Ik beschreef hoe de VS zich steeds meer op andere landen als China moet richten waardoor er in de loop van de tijd zeker minder steun aan de Koerden zal zijn. Dan zullen ze klaar moeten zijn voor een situatie waarin Turken en allerlei soorten Arabieren de druk opvoeren. Voor Assaish die weer Peshmerga kunnen worden kan het van levensbelang zijn, zo betoogde ik, om de bevolking als een vijfde colonne te kunnen aansluiten. Dat begrepen ze. En gedurende mijn betoog brak de weerstand. We hebben een week lang hard gewerkt. De druk van binnenuit gaat bepalen of ze er wat van gaan maken. De kwartjes zijn in ieder geval wel gevallen.

Dan zullen ze klaar moeten zijn voor een situatie waarin Turken en allerlei soorten Arabieren de druk opvoeren. Voor Assaish die weer Peshmerga kunnen worden kan het van levensbelang zijn, zo betoogde ik, om de bevolking als een vijfde colonne te kunnen aansluiten. Dat begrepen ze. En gedurende mijn betoog brak de weerstand.

Er staat een mooi programma nu. Trainers kunnen er goed mee aan de gang. Al is het gebruik van context en betekenisgeving aan de historie in het perspectief van huidige ontwikkelingen cruciaal. Dat bleek op de laatste dag opnieuw. De trainer die mijn verhaal zou delen liet het weg en kwam daarom niet door de weerstand van de mannen heen. Hij bleef tot op het laatst weerstand van de mannen houden tegen journalistiek als fenomeen en journalisten in het bijzonder. Na mijn contextverhaal ging het beter, men zag de voor- en nadelen voor burgers en veiligheid en de rol die het speelt in de preventie van bad people in power. En iedereen heeft a bad man in power nog vers in het geheugen dus dat argument snijdt hout. Cruciaal dus, want mensen in machtslogica willen vooral niet gecontroleerd worden. Ze willen alleen controlemechanismes steunen als ze de kans lopen de verliezer te worden. Als trainers dat niet inzien zullen ze de mannen niet meekrijgen. Het houdt me bezig. Zonder dit onderdeel is mijn missie mislukt. Want dit begrijpt lang niet iedereen. En als het al wordt begrepen is het nog weer een ander verhaal om het te doen in een gesprek als dit, met mensen met tribale en machtslogische waarden als deze.

Als trainers dat niet inzien zullen ze de mannen niet meekrijgen. Het houdt me bezig. Zonder dit onderdeel is mijn missie mislukt.

En dan een avond op pad. Heerlijk. 6 Uren rondstruinen op een plein voor de 6000 jaar oude citadel van Erbil. Ik denk een aantal gevolgen te zien van tribaal samenleven, iets opvallends bijvoorbeeld: diefstal is niet of nauwelijks aan de orde. Op de bazaar in de currencysteegjes zie ik mensen met grote stapels bankbiljetten rondlopen. Dat kan, geen gevaar. Binnen tribes is iets dergelijks mogelijk, je bent aangewezen op elkaar. De machtslogica treedt pas op als er leiders opstaan die de bezittingen van de tribeleden in zoiets als ‘mijn’ bezittingen laten veranderen. Vanaf dan moet je op je portemonnaie passen. En ach, dat moment zal zich binnenkort heus aandienen hier.

Na ettelijke gesprekken met allerlei mensen die allemaal prettig gezelschap blijken beland ik aan de thee. 50 mannen op een rij en ik. En ik wil geen suiker in mijn thee, dank u. Uiteindelijk nog even kijken bij het concert op het plein. Sommigen in het publiek zien dat de menigte mij scheidt van een mooi zicht op de muzikanten. Inderhaast wordt de lokale politie ingeschakeld om me met escorte naar een uitstekende zichtplek te dirigeren. Heel gênant, want de bevolking moet voor mij wijken. Doet me denken aan Liberia waar Ineke en ik door de menigte voetbalpubliek geloodst werden dat ondanks het gebrek aan kaartjes toch naar het stadion was gekomen. Daar zag men het niet zitten, die voorkeursbehandeling voor 2 mensen die duidelijk geen tribe waren. Hier vind men het vanzelfsprekend, ik ben gast van de tribe dus iedereen gaat graag opzij… En als ik dan meeklap en dans, en mijn water deel en foto’s maak lijkt iedereen zelfs meer dan tevreden.

Ik neem een taxi naar mijn hotel. Politiemannen snellen toe om te zorgen dat dit vrachtje op haar pootjes terecht komt. De gastvrijheid is niet gestoeld zoals bij ons op wel of niet iemand in je buurt willen hebben die tijd en goederen en plaats van je vraagt. Hier is gastvrijheid een element in het overleven en wellicht ook ingegeven door een dosis nieuwsgierigheid en hoop op entertainment, nieuwe verhalen of inzichten.

De gemeenschappen in Afrika zijn net als deze gemeenschappen tribaal. Ik vraag me af waarom mensen hier zo makkelijk met elkaar en met mij als vreemdeling communiceren. De Liberianen doen dat veel minder. Lijken meer in zichzelf gekeerd. Het zou goed kunnen zijn zij nog extra gebukt gaan onder de oorlog. De tribale structuren hier zijn intact krijg ik de indruk, ondanks de verliezen in vele families onder Saddam en in de burgeroorlog waardoor de jonge generatie onder invloed van de nieuwe tijden langzamerhand over de tribestructuur andere en aanvullende structuren heen kan leggen…. Over nadenken. Want wat betekent dat voor de interventies van onze projecten in Liberia… Waar blijf je zonder de veiligheid van een goed nest…. Hoe kunnen we investeren in het repareren van tribale structuren….? In januari Monrovia, Liberia…ik heb nog 5 maanden. Moet lukken:-)))

De tribale structuren hier zijn intact krijg ik de indruk, ondanks de verliezen in vele families onder Saddam en in de burgeroorlog waardoor de jonge generatie onder invloed van de nieuwe tijden langzamerhand over de tribestructuur andere en aanvullende structuren heen kan leggen….

Agnes


Workshops for assaish and press
August 01, 2010 – Independent Media Centre in Kurdistan

At the training hall of the assaish in Sulayma-niya the first workshop of a series started to help the security police to work in a better way with the press. IMCK organised five workshops of a day for different staff at assaish after reports on a number of incidents between assaish and press. For Kurdistan to become a healthy democracy, both assaish and press must know their roles and limits.

Trainer is Dutch police trainer Agnes Dinkelman, who worked with police in different parts of the world, most recently in Liberia. She will be assisted in the second part of the days by Kurdish journalist Yahya Barzinji, who tells them about the effect of harsh treatment for journalists.

The series will be repeated for the assaish in Erbil. These first nine workshops are a pilot to a bigger project covering most of the assaish staff in Kurdistan.

Bekijk hier het originele artikel